Vragen over de RES MRE 1.0 mbt windmolens
Ter voorbereiding van de oordeelsvormende vergadering van 30 november a.s. over de Regionale Energiestrategie heeft ZW14 de volgende technische vragen gesteld aan het Collegen:
Geacht College,
ZW14 heeft de volgende technische vragen over de RES MRE 1.0:
In de notulen van het gecombineerd Portefeuillehoudersoverleg Energietransitie / Stuurgroep RES MRE van 21 juli j.l. staat de volgende uitspraak van de Provincie (vertegenwoordigd door mevrouw Annemarie Spierings van D66):
– ‘Provincie: Goed dat MER-procedure is doorlopen, soms vormt die een onderbouwing en soms niet. Iedereen probeert bij de dragen naar draagkracht. Belangrijk om de raad mee te nemen. Belangrijk om zoekgebieden beoogd tot 2030 ruim aan te wijzen, er gaan altijd nog zoekgebieden afvallen. Dus alle zoekgebieden zoveel mogelijk overeind houden met de mededeling dat ze meegenomen worden als mogelijk gebied en ook nog af kunnen vallen’
Vraag 1: Wat valt onder de term ‘alle’ van de Provincie: behoren de zoekgebieden uit de Concept RES MRE 1.0 wel of niet hierbij? De oorspronkelijke zoekgebieden zijn namelijk niet meer terug te vinden in de definitieve RES MRE 1.0.
Ter toelichting: Omdat dat plaatje in de RES MRE 1.0 ontbreekt, is dat zelf gemaakt o.b.v. de openbare stukken, waarbij met een N is aangegeven dat deze is afgevallen n.a.v. interpretatie van uitspraken van de betreffende gemeenteraad:

Vraag 2a: Hoe is het besluitvormingsproces om het ‘regionaal optimum’ (term afkomstig uit de PlanMER) te bepalen vorm gegeven, omdat niet alle zoekgebieden voor wind nodig zijn.
2b Wie beslist welke criteria hoe zwaar wegen?
Vraag 3: Hoe is in de PlanMER meegenomen wat de Milieu Effecten/welzijns- en veiligheidsaspecten zijn voor de kantoormedewerkers en het kinderdagverblijf/schooltje op x meter afstand van de windmolens op de Campus (zoekgebied 13)?
Vraag 4: Welke bezwaarmogelijkheden zijn er nog voor inwoners als zoekgebied 13 voor windenergie gehandhaafd blijft in de Omgevingsvisie 2.0 die in het voorjaar van 2022 opgesteld gaat worden?
Vraag 5: In een schrijven van de voorzitter van de stuurgroep de heer Kuppens
wordt aangegeven dat voor wat de verkenning van de invulling van zoekgebied 13
betreft de gemeenten Eindhoven en Waalre samen optrekken.
a. Is er een gemeente die de regie heeft in dit “samen optrekken”, en indien
dit het geval is op welke wijze is deze prioritering tot stand gekomen.
b. Indien er door Ehv. en Waalre afwijkende conclusies aan deze verkenning worden getrokken, op welke wijze komt men dan tot een definitieve eindconclusie.
c. Indien de raden van Ehv. en Waalre afwijkende standpunten innemen t.a.v. de invulling van zoekgebied 13, welke procedure is er vastgelegd om tot een definitief standpunt te komen t.a.v. de invulling van zoekgebied 13.
d. Indien de Omgevingsvisie van Waalre vastgesteld wordt zonder de mogelijkheid van opwek van windenergie in zoekgebied 13, in hoeverre is dat dan juridisch houdbaar indien in Eindhoven in haar Omgevingsvisie 2.0. wel de opwek van windenergie mogelijk maakt.
Vraag 6: In de stukken van de RES wordt er gewaag gemaakt van inbreng van “JongRES”.
Kunt u aangeven wie dit betreffen en op welke wijze ze verantwoording afleggen,
en aan wie of welk gremium zij dit doen?
Met dank voor de beantwoording,
Namens de fractie ZW14,
Bert (A.J.)Links,
fractievoorzitter.